23.5.16

Het leven ondertussen

Ik wil wenen. Ik weet niet waarom, maar ik wil wenen. En het komt niet. Het zit vast. Ik zit vast. Mijn gedachten buitelen in mijn hoofd. Ik voel mij slecht en dan weer blij en ik weet niet waarom. Ik ben zo moe. Ik wil zo graag rust. Rust in mijn hoofd. Weten wat ik wil. Het is zo moeilijk. Zo verdomd moeilijk. Soms voel ik mij alleen en dan voel ik mij waardeloos. Dan heb ik het gevoel dat iedereen zo goed op weg is in het leven en dat ik achterblijf. Als enige. Dat ik ter plaatse trappel en niet vooruit geraak. Ik wil zoveel dingen doen, zoveel bereiken en ik weet niet hoe ik eraan begin. Soms vraagt het leven het beste van mij, soms kan ik gewoon niet meer. Dan wil ik liggen en niets meer doen. En dan voel ik mij weer schuldig dat ik niets doe. Alles moet snel snel snel. Snel leven. Snel beslissen. Snel is niet mijn ding.

En dan plots, wanneer ik het niet besef, word ik overdonderd door de schoonheid van dit leven. Van de kleine dingen. Die doen het hem. Mijn geluk seconden. Zo noem ik ze, want het zijn slechts enkele seconden. Puur geluk. Volledige stilte op een drukke baan zodat ik mijn eigen voetstappen hoor, de prachtige kleuren van een aankomende storm, lezen in het gras, de geur na een regenbui, alleen thuis zijn en dansen in de keuken. Oh, wat is het leven schoon. Soms vergeet ik dat, omdat ik weer te veel aan het denken ben. Mijn hoofd, wat doe je mij aan. Hoe krijg ik je stil? Hoe krijg ik mijzelf stil, want mijn hoofd dat ben ikzelf.

Leven, wat ben je toch mooi. Ik moet meer genieten van jou. Van de hoogtes en ook van de laagtes. Van alles. Dat ik mij later niets kwalijk kan nemen. Want daar denk ik soms aan, aan later. Weeral denken. Ik wil mij niets beklagen. Dus ik wil leven, echt leven. Mijn hart vullen, mental pictures maken, lachen, liefhebben, genieten, genieten, genieten. En mijzelf zijn. Vooral mijzelf zijn. Ik kom er wel. Denk ik. Hoop ik.


Nu ween ik, nu komt het. Het komt en ik ben blij.